In werkput 28 zijn sporen van een huis, vermoedelijk uit de Brons-/ IJzertijd, gevonden! Doordat de bouwmaterialen zoals houten palen van het huis al zijn vergaan, vinden archeologen alleen nog zogenaamde grondsporen terug. Dit zijn bijvoorbeeld verkleuringen in het zand, waardoor duidelijk wordt waar palen hebben gestaan. Om deze sporen beter te kunnen onderscheiden wordt het gehele vlak opgeschaafd. Dit betekent dat je telkens met je schep een klein hapje zand verwijderd, waardoor de verkleuringen in het vlak weer beter zichtbaar worden.
Archeologen kunnen hun enthousiasme vaak niet bedwingen bij het vinden van een paalkuil, laat staan als het er een aantal op een rij zijn. Deze ochtend werd daarom een systematisch plan opgezet voor het schaven van het vlak. Tijdens de steeds warmer wordende ochtend werd het vlak baantje voor baantje geschaafd en kwamen er kruiwagens steeds leeg weer terug, nadat het weggegraven zand op de stort was gegooid (zie de foto). Tijdens de lunchpauze konden we allemaal voldaan in ons broodje happen, wetende dat deze bewoningssporen een verrijking zouden zijn voor ons onderzoeksverslag.